
Of je nu fan bent van zoete honingdrop of stoere dubbelzoute ruitjes, één ding is zeker: Nederlanders zijn dol op drop. We eten jaarlijks meer dan 30 miljoen kilo van het zwarte goud! Maar waar komt die liefde eigenlijk vandaan? En hoe heeft drop zich ontwikkeld tot hét nationale snoepje van Nederland?
Tijd voor een smakelijke duik in de geschiedenis van drop.
Van geneeskrachtig kruid tot lekkernij
De oorsprong van drop ligt in de zoethoutplant (Glycyrrhiza glabra), een kruid dat al duizenden jaren bekendstaat om zijn medicinale werking. In het oude Egypte en Griekenland werd zoethout gebruikt tegen hoest, keelpijn en maagklachten.
Pas in de middeleeuwen vond het zijn weg naar Europa, waar apothekers zoethoutextract verwerkten tot kleine blokjes of balletjes – bedoeld als hoestmiddel, niet als snoepje.
Drop in Nederland: hoe het begon
In de 17e eeuw kwam zoethout via handelsroutes naar Nederland, onder andere via de VOC. Apothekers gingen ermee experimenteren, en tegen de 19e eeuw ontstonden de eerste vormen van drop zoals we die nu kennen – vaak in apotheekachtige omgevingen verkocht.
Vanaf eind 1800 begon drop echt aan populariteit te winnen, vooral onder kinderen. Steeds meer fabrikanten speelden hierop in door verschillende vormen, smaken en texturen te ontwikkelen.
De opkomst van de Nederlandse dropliefde
Waarom juist Nederland zo verslingerd raakte aan drop? Daar zijn verschillende redenen voor:
- 🇳🇱 Beschikbaarheid: Nederland had via handelsroutes makkelijk toegang tot zoethout.
- 🍬 Smakenpalet: De typisch Nederlandse smaak houdt van bitter, zout en intens – precies wat drop biedt.
- 🧪 Innovatie: Nederlandse fabrikanten zoals Venco, Klene en Autodrop brachten eindeloze variaties op de markt, van wijnballen tot salmiakpoeder.
Vanaf de jaren ’50 werd drop een vast onderdeel van het Nederlandse snoepschap. In autootjes, muntjes, kattenkoppen of ruitjes – iedereen had zijn favoriete vorm.
Drop als cultureel erfgoed
Drop is inmiddels veel meer dan snoep. Het is nostalgie, identiteit, en zelfs een beetje trots. Het roept herinneringen op aan oma’s keukenkastje, autoritten naar Frankrijk en traktaties op school.
Geen wonder dat het buitenland soms met opgetrokken wenkbrauwen naar onze dropverslaving kijkt. Voor ons is het gewoon… thuiskomen.
Wat maakt drop zó Nederlands?
- Er zijn meer dan 80 soorten drop verkrijgbaar in Nederland.
- Drop is vaak het eerste snoepje dat kinderen mogen – en waar ze hun eerste “bah!”-gezicht bij trekken.
- We combineren het met van alles: chocola, karamel, zelfs kaas!
Conclusie: een klein zwart snoepje met een groot verhaal
Van middeleeuws hoestmiddel tot nationale trots: de geschiedenis van drop is allesbehalve saai. En hoewel smaken verschillen, is één ding zeker: drop is diepgeworteld in de Nederlandse cultuur. Of je nu houdt van zacht, zout, pittig of puur – er zit altijd wel een stukje geschiedenis in elke hap.